Indrukwekkende lezing over geuren druk bezocht door leden Commercieele Club Groningen

21 maart, 2018

Hoe rook Napoleon Bonaparte? Wat was de favoriete geurstof van keizer Nero? Waarom hebben we twee neusgaten? Deze en vele andere vragen werden beantwoord tijdens een opmerkelijke lezing voor leden van de Commercieele Club Groningen op maandagavond 5 maart in het Academiegebouw van de Rijksuniversiteit Groningen. Deze werd gegeven door mevrouw Caro Verbeek, verbonden aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.

Mevrouw Verbeek is kunsthistorica met specialisaties op het gebied van zintuigen (geur en tast) in relatie tot cultuur. Ze hield haar lezing in de Heymanszaal, een van de oudste collegezalen in Groningen.

Tientallen leden van de Commercieele Club Groningen waren naar de Heymanszaal gekomen. Zij luisterden bijna ademloos naar de lezing, want Caro Verbeek zorgde er voor dat er een wéreld voor hen open ging: geuren spelen niet alleen een zeer grote rol in een mensenleven, maar deden dat vroeger ook al. En ook over geuren in relatie tot (kunst-)geschiedenis bleek er veel interessants te melden.

Maar gelukkig luisterden de leden van de Commercieele Club niet écht ademloos, want tijdens de lezing konden zij kennis maken met zeer veel geuren, waarbij onder meer een ventilator werd ingezet, die de geuren de zaal in blies.

‘Dat ik als kunsthistoricus geïnteresseerd raakte in geuren begon in 2001 tijdens een bezoek aan de biënnale in Venetië’, vertelde Caro over het ontstaan van haar fascinatie. Tijdens dat bezoek aan Venetië ontdekte ze hoe krachtig geur kan zijn. De sterke geur kerrie, kurkuma en peper brachten haar tijdens het bezichtigen van de tentoonstelling plotseling uit haar concentratie. Ze raakte erdoor geïrriteerd want ze dacht dat de curatoren een feestje hadden gehad. Maar wat bleek? De geuren waren afkomstig van een kunstwerk van Ernesto Neto: de geur was zijn kunstwerk. Dat vond ze zó’n openbaring dat ze ter plekke besloot haar scriptie en later haar promotieonderzoek er aan te wijden.

Sindsdien heeft ze zich ontwikkeld tot dé specialiste in Nederland op het gebied van de combinatie van geur en (kunst-)geschiedenis.

De kennis van de precieze werking van de neus en geur is nog tamelijk jong. Pas in 2004 werd vastgesteld hoe neus en geur precies werken. ‘Ruiken is moleculaire vormherkenning. Wie ruikt ziet meer’, aldus Caro Verbeek.

Ze beantwoordde ook de vraag waarom mensen eigenlijk twee neusgaten hebben. ‘Omdat ieder neusgat iets anders ruikt. In elk neusgat is een langzame dan wel snelle luchtstroom, sommige moleculen zijn alleen detecteerbaar in een snelle, en andere in een langzame luchtstroom. En om de drie uur wisselt dat bovendien per neusgat’.

Iedereen in de collegezaal wist zelf wel dat geuren ook herinneringen oproepen. De Franse schrijver Marcel Proust heeft daar uitvoerig over geschreven en dat heeft geleid tot het begrip “Proustiaanse herinnering”: geur brengt ons veel verder terug in het verleden dan wanneer we naar een oude foto kijken of een oud liedje horen. ‘Emotie, herinnering en geur zijn één. Geuren kunnen mensen ook waarschuwen en dat is in de evolutie van belang. Wanneer je sommige geuren herkent, ben je snel gewaarschuwd en kun je wegrennen, nog voordat je er over nadenkt’, aldus mevrouw Verbeek.

Indrukwekkend was ook het feit dat specialisten er in zijn geslaagd om de geur na te maken van Napoleon nadat hij was verslagen in Waterloo en weg vluchtte richting Parijs. Dit parfum is gereconstrueerd door een samenwerking van VU, Rijksmuseum en IFF. Het project is onderdeel van haar proefschrift . ‘Het betrof een combinatie van het parfum dat hij intensief gebruikte, in combinatie met angstzweet, kruitdamp, paard, leer en de geur van natte aarde omdat het regende die dag’.

Vérder terug in de geschiedenis dook ze ook, want ze vertelde wat de favoriete geurstof was van keizer Nero (oranjebloesem). ‘Bij de oude Romeinen speelde geur een grote rol. Het was zelfs zo dat er in het oude Colosseum koperen buizen werden verwerkt in nissen. Daar werd een geurige mist doorheen geblazen om nog meer indruk te maken op het publiek. Geuren hoorden net als muziek bij de festiviteiten’.

Al deze anekdotes uit de (kunst-)geschiedenis brachten haar tot haar visie en conclusie:  ‘Het is van belang dat we geuren bewaren en oude geuren reconstrueren, zodat we het verleden beter kennen, kunnen bewaren en zelfs inhaleren. Geuren verdwijnen voorgoed wanneer we ze niet bewaren of reconstrueren. Terwijl geen enkel ander zintuig dan de reuk ons zo direct toegang kan geven tot ons eigen en het verdere verleden.’

Deze conclusie werd gevolgd door een daverend applaus van de leden van de Commercieele Club onder wie velen voor wie er een wereld was open gegaan.

De avond werd afgesloten met een diner in restaurant De Uurwerker, waar bleek dat de leden deze avond beslist niet te klagen hadden over een gebrek aan gespreksstof…